Thora
Het Oude Testament begint met de vijf boeken die door Mozes zijn geschreven, de Pentateuch. De Joden noemen die de Thora, ofwel leer of onderwijzing, vaak als “de wet” aangeduid.
Daarin staan allerlei wetten en voorschriften. Geen droge opsomming, maar leefregels ter bevrijding die een goede omgang met God mogelijk maken. Naleving van de Thora is geen weg ten leven, maar een weg voor het leven. God legt daarin als het ware uit hoe Hij ons gemaakt heeft. Als we deze gebruiksaanwijzing naleven gaat ons leven niet stuk, maar functioneren we goed.
Profeten
Dan krijg je de vroege en late profeten. De joden noemen die de Nebiim. Daarin wordt uitgelegd hoe de leefregels en wetten van de Thora in het dagelijkse leven worden toegepast.
Geschriften
Ten slotte krijg je de geschriften, door de Joden de Chetoebim genoemd. Het is een verzameling van poëzie en verhalen.
Als je de beginletters neemt krijg je TeNaCH. En zo noemen de Joden dan ook het Oude Testament.
De TeNaCH zoals de Joden deze gebruiken, en het Oude Testament zoals christenen deze gebruiken, lijken veel op elkaar. Met dit verschil dat de volgorde van de boeken verschillend is en de indeling van sommige boeken iets anders. De tekst is identiek.
Schepping
Het Oude Testament begint met het kort en bondig beschrijven van de schepping van de hemel en de aarde door God, Genesis 1:1+2, en eindigt met de situatie van het volk Israël in pakweg 300 voor Christus.
Nadat God alles volmaakt en goed geschapen had, gaat het volledig mis door een daad van ongehoorzaamheid van Adam en Eva. De aarde is daardoor vervloekt en de mens ten dode opgeschreven.
Messias
God belooft echter de aarde en de mens hieruit te redden. Daarvoor zal Zijn Zoon die Hij daarvoor aanwijst (Gezalfde = Messias) naar de aarde komen als mens (Zoon des Mensen). Om als mens naar de aarde te komen, kiest God het volk Israël uit om uit geboren te worden.
Wanneer deze Messias deze reddingsactie volbrengt, zal Hij de Koning zijn. Maar niet op onze manier koning, maar op Gods manier. Dat is niet door geweld of wapens, maar door de liefde en dienaarschap, in de Geest van God.
Israël
Het Oude Testament gaat voornamelijk over alles rondom het volk Israël en de voortdurende belofte van de komst van deze Messias.
Tussen de geschiedenisverhalen in staan:
- boeken met uitleg over hoe God wilde dat Israël zijn samenleving organiseerde (geen uitbuiting, geen misbruik van vrouwen, bescherming van vreemdelingen, regels voor de godsdienst, regels voor de positie van de koning en nog veel meer);
- boeken vol liederen, gedichten en wijsheidsliteratuur (Psalmen, Spreuken, Prediker, Hooglied);
- en ook profetische boeken.
Veel profetieën gaan over een koning die zal komen, de gezalfde van God (Messias), die ook zelf God zal zijn, en die alles weer goed zal maken tussen God en zijn volk.
Tegelijk kreeg vooral de profeet Jesaja ook inzicht van God over een ‘Knecht’ die komen zou, en die veel lijden zou moeten ondergaan om Israël te verlossen.
De grote verrassing voor de Joden in de dagen van Jezus was dat Jezus duidelijk maakte dat beide profetieën op Hém sloegen: Hij was zowel de beloofde Messias, de Koning, als ook de lijdende Knecht. Ze begrepen niet dat de beloofde Koning door een weg van lijden Zijn Koninkrijk zou vestigen. Zij dachten aan een aards Koninkrijk waarin het volk Israël weer volledig door Hem bevrijd zou worden.
Maar Zijn koningschap zou bestaan uit dienstbaarheid, nederigheid en zorgzaamheid. Daar begrepen echter zelfs zijn meest directe volgelingen niets van. Die dachten en hoopten dat hij hen met macht en geweld zou bevrijden van de Romeinse overheersing.
Naar de volgende pagina waar (de boeken van) het Nieuwe Testament worden uitgelegd.
*** Bovenstaande tekst is grotendeels van Rien van den Berg.