Eerlijk, 2009
Je neus is te groot en je gezicht te lang.
Maar ik houd van je blik, je ogen en je oren.
Je zwoele wezen.
Je bent niet op tijd met helpen, je snapt niet wat ik nodig heb.
Maar ik houd van je scherpe blik, je oog voor detail,
je zorgzaamheid op jouw manier.
Je bent niet mannelijk en gauw gekwetst.
Maar ik houd van je tederheid,
Je zachte hand.
Ik ken jouw wereld niet
En weet niet hoe je denkt.
Maar neem me mee naar jou vaderland.
Misschien leer jij mij dan kennen.
Misschien word je gezicht dan zachter
en je neus wat korter.
Misschien vind je het dan niet lastig meer
om op mijn manier te helpen.
Misschien heb je dan ruimte voor wie ik ben.
Gewoon omdat ik van je houd zoals je bent.
Thuis bij mij en in jouw vaderland.