En (WeCHÒSJEKH) duisternis, obscuriteit was op de oppervlakte van (TeHOM) een afgrond, een plaats van oproer en vernietiging. (Duisternis over de afgrond).
Het Nieuwe Testament beschrijft in 2Pet.2:4 dezelfde situatie en koppelt dit aan de val van engelen.
In het Oude Testament staat duisternis voor het oordeel van God over de goddeloosheid en de plaats van goddeloosheid.1
Duisternis is in het Nieuwe Testament een begrip dat tegenovergesteld is aan de aanwezigheid van God.2 Een plaats van haat, 1Joh.2:9-11, voor hen die zich tegenover God opstellen.3
Afgrond is vaak de plaatsaanduiding voor de bewaarplaats van demonen.4
Ook in openbaring 20:1-3 lezen we dat een engel met de sleutel van de afgrond en een grote keten satan in de afgrond werpt en de afgrond vervolgens afsloot en verzegelde. Duidelijk staat er dat daarmee de macht van satan wordt gebonden.5
Conclusie
Hiervan kunnen we derhalve zeggen dat wanneer de duisternis over de afgrond ligt, dat het oordeel van God over satan ligt. Precies zoals we dat lezen aan het begin van de schepping.
Het oordeel dat hem op zijn bestemde plaats houdt. Satan kan niet ongebreideld door het universum gaan. Zijn plaats is op aarde die op dat moment in totale duisternis ligt. De aarde, het voorlopige domein van de slang.
Een of meerdere keren?
Er zijn veel Bijbelplaatsen die spreken over het neergeworpen worden op de aarde van satan.6
De vraag is of het daar steeds over het zelfde moment gaat. In Genesis is duidelijk dat satan op aarde is geworpen. Tegelijk lezen we elders dat hij nog steeds in de hemel ons kon aanklagen. Tenslotte lezen we ook dat hij voorgoed uit de hemel is neergeworpen en niet meer in de hemel kan aanklagen. Blijkbaar zijn er verschillende momenten van neerwerpen op de aarde, (Ez.31;18; Luk.10:18; Op.12:9; Jes.14:15; Ps.89:45. Job.1:6-2:7; Zach.3:1).
De misschien wat filosofisch aandoende vraag is of de hemel wel zo’n concrete plaats is. En dat het meer gaat om het wel of niet meer in staat zijn ons bij God aan te klagen. Want dat deze oerduistere macht ook maar in de buurt kan zijn en komen van de Heilige die Licht is, lijkt mij onwaarschijnlijk. Hoewel het in Job 1 daar wel schijn van heeft. Dat was in ieder geval in een fase waarin hij nog kon aanklagen.
Op de volgende pagina gaan we in op wat het betekende dat de Geest boven het water zweefde.
Noten:
- Jesaja 45:7, 47:5, Jeremia 23:12, Joel 2:2, Amos 5:18-20, Sef.1:15 ↩︎
- Hand.26:18a, Ef.5:11, 1Tes.5:5, 1Joh.1:5-6 ↩︎
- Mat.8:12, 22:13, Luk.22:53b, Judas 1:13 ↩︎
- Ez.31:15; Luk.8:31, Op.9:2, 11. ↩︎
- Dat kan niet dezelfde situatie zijn als in Genesis. Want dan zou de totale wereld geschiedenis met 1000 jaar worden vergeleken. Dat kan nog, maar in die 1000 jaar kan satan de volken niet misleiden. Dat is iets wat we nadrukkelijk wel zien gebeuren. In Genesis zien we daarom dat satan op aarde wordt gebonden en daardoor niet het totale universum in zijn val kan meenemen. In Openbaring zien we dat satan ten opzichte van de aarde wordt gebonden en op aarde niet kan misleiden. Dat mocht hij wel in Genesis, wat we dan ook zien gebeuren bij Eva.
De vraag rijst waarom God dat toeliet. Hier wordt op ingegaan onder het hoofdstuk “De grote keuze van de mens”. ↩︎ - Wanneer we ontdekken dat profetieën altijd een meervoudige laag hebben, dan gaan we ook zien dat erg veel profetieën spreken over deze situatie van op aarde neergeworpen zijn van satan.
De eerste laag is de voor dat moment geldende boodschap die voor dat moment of voor de toekomst geldt.
De tweede laag is dat we in de beschrijving van de profetie ook ontdekken welke geest achter de situatie of persoon zit. De geest die de persoon of situatie aanstuurde.
De derde laag is de vervulling in Christus.
Als we naar die tweede laag kijken in de profetieën, zien we erg veel uitspraken over satan en zijn trawanten. Zie bijv. Ez.31. ↩︎