Jezus en bidden

Het bidden van Jezus

Jezus en bidden

Voor Jezus is bidden een noodzaak, een vanzelfsprekendheid en meer dan het Onze Vader.

Dat laatste is opvallend omdat Hij dat zelf aan zijn discipelen leerde.

We lezen dat Jezus om te bidden zich zeer regelmatig ’s nachts terugtrok naar eenzame plaatsen en het gebergte.
Dat leert Hij ook zijn discipelen als Hij hen zegt in het verborgene te bidden, in de binnenkamer.

Het zijn lange gebedstijden.
Toch, wanneer Jezus uitlegt hoe te bidden, dan leert Hij zij discipelen een zeer kort gebed.

Onze Vader

In het Onze Vader wordt kort en krachtig, voor alle geledingen van het leven:

  • het Koninkrijk van God geproclameerd,
  • om genade (bescherming en bijstand) van God gevraagd,
  • en, als toevoeging, God verheerlijkt, aanbeden.
Hogepriesterlijk gebed

In het hogepriesterlijke gebed, (Johannes 17):

  • vraagt Jezus,  (geloofsvragen, vragen die weten wat de wil van de Vader is), vers 1-2, 5, 11, 15-17, 20-21.
  • zegt Jezus wat Hij gedaan heeft en de gevolgen daarvan, (geloofsdaden, daden die laten zien wat de wil van de Vader is), vers 4, 6-8, 9, 12, 14, 18-19, 22-23, 26.
  • vertelt Jezus (geloofsuitingen over Zijn  liefde voor de Vader en voor hen die de Vader Hem heeft gegeven), vers 3, 10, 13, 24-25.

In het Onze vader wordt krachtig geproclameerd, maar dat doet Jezus in zijn eigen bidden niet.
Hij vraagt. “Ik bid . . .” (Gr. erotao, een open vraag stellen).

Hij laat het volledig in de wil van de Vader en claimt niets.

We zien ook dat Jezus, onderweg zijnde, met zijn Vader praat en Hem dankt.
Dat zijn dan wel korte zinnetjes, tussen de dingen door die Hij tegen de omstanders zegt.
Zoals:

  • Mattheus 11:25-26, Lukas 10:21, dankend voor het feit dat de Vader, wat Jezus de mensen uitlegt, de eenvoudige mensen wel laat begrijpen en intellectuele mensen niet.
  • Johannes 11:41 voordat Hij Lazarus uit de dood opwekt, dankt Hij zijn Vader voor deze verhoring.
Jezus had een stille omgang met Zijn Vader
Gebed in Getsemane

Ook vlak voordat Hij gevangen wordt genomen in de hof van Getsemane, worstelt Jezus in zijn bidden, Lukas 22:41-44.
Een kort gebed is opgetekend, maar Hij bad langer: “vurig in een zware zielenstrijd“.
En dan even verder:

  • Lukas 23:34, zijn Vader vragend hen die Hem kruisigden te vergeven.
  • Lukas 23:46 zegt tegen zijn Vader zijn Geest in zijn handen te bevelen en sterft.
Nachtelijke gebeden

Het beeld dat ontstaat is dat Jezus ’s nachts aparte gebedstijden had, maar overdag gewoon met zijn Vader in gesprek was over de dingen waar Hij mee bezig was; een voortdurend contact hebben.

We lezen echter maar een enkele keer dat God als Vader ook rechtstreeks reageerde met woorden!

  • Bij de doop, Mat.3:17; Marc.1:11; Luk.3:22
  • Bij de verheerlijking op de berg, Mat.17:5; Marc.9:7; Luk.9:35
  • En wanneer Jezus bidt:  “Nu is mijn ziel ontroerd, en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! Maar hiertoe ben Ik in deze ure gekomen. Vader, verheerlijk uw naam!”                             
    Toen kwam een stem uit de hemel: Ik heb hem verheerlijkt, en Ik zal hem nogmaals verheerlijken! 

De mensen hoorden die stem als een donderslag.
Sommigen dachten dat een  engel tot Hem had gesproken. 
Jezus antwoordde en zeide: “Niet om Mij is die stem er geweest, maar om u.” Johannes 12:27-30.
Met andere woorden, God antwoordde hoorbaar voor de mensen. Dat had Jezus blijkbaar niet nodig!
God geeft de mensen nog een kans om te beseffen dat de beloofde Messias echt gekomen is.

Misschien kunnen we hier wel heel veel van leren.
Het zegt iets van God, maar ook iets van hoe wij kunnen wandelen met God.
Een stille omgang waarbij je je diep verbonden voelt met je hemelse Vader.

Ik heb hem verheerlijkt, en Ik zal hem nogmaals verheerlijken

Jezus vraagt in zijn bidden om Hem uit dit uur te verlossen, maar weet ook dat Hij daar juist voor gekomen is.
En Hij vraagt of Zijn Vader Zijn eigen Naam wil verheerlijken.
Hoe kan dat samen gaan? En het gaat samen gezien het antwoord van God.
Het betekent dat door het lijden van Jezus God Zijn naam verheerlijkt.
Waarom? Hoe zit dat?
Hoe kun je door iemand te laten lijden je naam verheerlijken.
Het klinkt als uit een film van een bloeddorstig volk waarbij degene die de meeste schedels van zijn vijanden verzamelt de grootste krijger is.
Om dat enigszins te begrijpen zullen we moeten kijken wat precies de bedoeling was.

  1. Paulus noemt Jezus in 1 Korinthe 15:45-47 de laatste Adam en de tweede Mens.
    Dat heeft de klank van opvolging. Verder gaan waar de voorganger gebleven was.
    God had van Adam de eerste gehoorzaamheid gevraagd, door het moederverbod niet te eten van de boom der kennis van goed en kwaad.
    Door dat verbod te overtreden had Adam satan recht gegeven op zijn leven.
    Zijn beeld zijn van God was gestorven.
    God belooft daar direct dat er een na-Zaad van hem komt die de satan zal overwinnen, Genesis 3:15.

    Dat is dus 1: De Messias komt op aarde om de satan te overwinnen.

  2. Dan belooft God in de zegen van Juda dat de scepter noch de wetgeving van hem zal wijken, totdat een na-Zaad van hem komt aan wie alle volken gehoorzaam zullen zijn, Genesis 49:8-10.
    Verder spreken nog andere profetieën over het Koningschap, Jesaja 9:5, 11:1-10; Jeremia 23:5-6; Micha 5:1;

    Dat is 2: Herstel van het Koninkrijk.



  3. Verder lezen we van de opstanding,

    Dat is 3: overwinning over de dood

  4. Verzoening, vrede



NOG ONDER BEWERKING

-0-0-0-0-0-

Plaats een reactie