5.5. Conclusie

Oudsten zijn Wegwijzers die met Wijze Woorden zich Wijden aan Weiden en Waken.
Conclusie

De conclusie die wij trekken is dat het Nieuwe Testament leert dat er geen sprake kan zijn van eenhoofdig leiderschap. Verder dat oudsten mannen en in beperkte zin ook vrouwen zijn die op grond van leeftijd en ervaring de nodige wijsheid en geloofskennis bezitten.

Zij wijden zich aan Woord en gebed. Daarnaast signaleren zij dingen die misgaan, bewaren de eenheid in de gemeente en geven het goede voorbeeld.

Zij laten met wijze woorden, voorbeeldgedrag en voorbeeldgeloof horen en zien hoe Christus wil dat het in de gemeente toegaat.

Zij doen dat als dienende wegwijzers die voeding geven en veiligheid bieden.

Kortom: de taak van oudsten is het hoeden en weiden van de kudde.

Deze twee begrippen zijn de kern van goed leiderschap in de gemeente van Christus.

Dienende Dienaren Doen voor

Het is bijzonder om te zien dat we bij de betekenis van leidinggeven ook uitkomen bij die dienende, voorbeeld gevende houding.

De Bijbel noemt hen geen ‘leiders’, maar dienaren en voorbeeldgevers, niet minder, maar ook niet meer.

Het gaat hier om het gemeente-brede ambt.

Het lijkt ons meer dan voldoende(29).

Wanneer zij zo de gemeente voorleven, zal die daarop gaan reageren, omdat zij het gezag van de Heilige Geest herkennen. Dan komt er ook erkenning, omdat de gemeenteleden Jezus zien(30).

Dit roept een belangrijke vraag op.
Verdraagt eenhoofdig leiderschap, zoals we dit wel tegenkomen, zich met wat het Nieuwe Testament erover leert?
Onze overtuiging is dat dit niet het geval is en beschouwen het als on-Bijbels.

Wat we ook niet zijn tegengekomen is dat oudsten de visie van de gemeente ontwikkelen.
Dat kan ook niet, omdat de visie in hoge mate wordt bepaald door de veelkleurigheid die Christus aan iedere gemeente geeft. in de onderscheiden gaven en bedieningen van alle leden bij elkaar opgeteld.

Daarin is elke gemeente uniek samengesteld.

Het is veeleer de taak van oudsten dat te ontdekken, vrij te zetten, te faciliteren (aansporen) en door hun wijsheid de eenheid in de gemeente te bewaren.

Het dienstbaar zijn aan het doorgroeien van elk lid en de gemeente als geheel naar de volheid in Christus zonder heen en weer geslingerd te worden door allerlei leringen, Ef.4:11-16.

Doel is Discipelschap

Dat is het doel: volwassenheid, volledig mens zijn, het tot zijn recht komen van de optelsom van elk lid tot een volwassen Lichaam.

Dan wordt ook de visie zichtbaar die bij de gemeente hoort, omdat Christus met reden elk lid met zijn specifieke gave en bediening heeft toegevoegd. Het geheel is meer dan de som der delen.

Voor hoe velen die zich de voorganger noemen, geldt niet letterlijk alles wat Paulus tegen de joden zegt in Rom.2:17 –24 waar Paulus de joodse leiders aanklaagt zich boven het volk te verheffen, en zich ondertussen zelf niet aan de wet te houden?

M.a.w. druk zijn met leidinggeven, maar ondertussen eigen discipelschap, elkaar dienen, verzaken.

Hoe velen zien zichzelf inderdaad niet, zoals daar staat, als degene die de zwakken en onwetenden moeten leiden? (ongetwijfeld in alle oprechtheid)?

En hoeveel voorgangers zoeken niet God in de binnenkamer voor wijsheid en inzicht voor de visie voor de gemeente? Zij vragen openbaring voor hun leiderschap, in de overtuiging dat Jezus de gemeente door hen leidt?

Zij willen in alles luisteren naar God en Jezus volgen. Maar één ding staat voor hen vast: zij zijn geroepen om de gemeente te leiden.

Daarmee hebben zij de woorden van Jezus geschrapt toen Hij zei: Laat u geen leidslieden noemen, want één is uw Leidsman, de Christus(31).

Dienaar in plaats van leider

Ongetwijfeld komt elke ambitie tot bepalend leiderschap voort uit het verlangen een gemeente te leiden naar het plan van God en uit een visie en gedrevenheid voor de Heer.

Toch gaat dit ten diepste terug op heerszucht.

Petrus, dit gevaar en deze neiging blijkbaar kennende, waarschuwt daar dan ook nadrukkelijk tegen. Hij wijst er nogmaals op waartoe oudsten geroepen zijn namelijk: het goede voorbeeld geven. Het elkaar dienen in de liefde, zoals ook Christus ons dat voorbeeld heeft nagelaten. 1Pet.5:3. Dus het voorbeeld geven door te dienen en niet te leiden door te bepalen.

De Bijbel kent niet de functie van voorganger(s) en al helemaal niet het eenhoofdig voorgangerschap.

Het verlangen daarnaar kan dus niet door de Heilige Geest zijn geïnspireerd. Laat staan dat de Heilige Geest mensen daartoe roept(32).

Wanneer door een krachtige persoonlijkheid op basis van persoonlijke visie en leiderschap een grote gemeente ontstaat,
dan danken wij God daarvoor. Maar is daarmee deze gemeentestructuur en zijn positie in overeenstemming met wat Jezus ons leert(33)?

Paulus was zo’n krachtige persoonlijkheid met een zeer krachtige bediening, stichtte veel gemeenten(34).
Maar van welke gemeente was hij voorganger, ofwel de leider?

Naar de volgende pagina.


Noten:

(29) Wellicht doet de vraag zich voor hoe het dan met het opzicht en tucht uitoefening is geregeld. Voorlopig moeten we het doen met de volgende teksten. Rom.15:14 vervuld met alle kennis, in staat elkaar terecht te wijzen. Kol.3:16 het Woord wone rijkelijk in u, zodat gij elkaar terechtwijst. 1Tes.5:14 wijst ongeregelden terecht. Het zijn gemeente acties en niet specifiek die van oudsten. Overigens behoren oudsten ook tot de gemeente(leden).
Oudsten zullen niet als managers met macht dingen rechtzetten of anders regelen. Zij nemen geen beslissingen waar ieder aan dient te gehoorzamen omdat zij die beslissingen hebben genomen.
Dat is geen bijbels principe en het zou ook strijdig zijn met het zijn van oudste: het zou niet wijs zijn.
Stellingen worden ingenomen door bedieningen met geestelijk gezag. Dat kan dus ook een oudste zijn die vanuit een bepaalde bediening spreekt. En dan nog zal de gemeente toetsen en instemmen.

(30) De tegenwerping dat dit beslist niet altijd zo hoeft te zijn, geldt ook wanneer oudsten als leidinggevend instituut autoriteit wordt toegekend.
In alle gevallen gelden teksten die uitspraken doen over dwarsliggers en tegensprekers.
Het gaat erom dat de gemeente herkent en bevestigt dat er met het gezag van de Heilige Geest wordt gesproken. Als het gezag wordt verklaard uit het feit dat zij oudsten zijn, vallen gemeenten gemakkelijk ten prooi aan manipulatie.

(31) Mat.23:8-11

Gij zult u niet rabbi laten noemen; want één is uw Meester en gij zijt allen broeders. En gij zult op aarde niemand uw vader noemen, want één is uw Vader, Hij, die in de hemelen is. Laat u ook geen leidslieden noemen, want één is uw Leidsman, de Christus. Maar wie de grootste onder u is, zal uw dienaar zijn.

(32) Voor alle duidelijkheid: hier wordt pertinent niet bedoeld dat iemand zich door studie niet zou mogen bekwamen in kennis van de Bijbel en daarmee de titel van theoloog verwerft. Of iemand die als dominee wordt aangesteld in een gemeente en daarmee wordt vrij gezet voor allerlei gemeentelijk werk. Het gaat ons om de betekenis dat iemand de leiding zou hebben in een gemeente.
Ook een persoon met een krachtige en prominente bediening waar nationaal of misschien wel internationaal massa’s mensen op afkomen dient zich te onderwerpen aan wijze oudsten van een lokale gemeente waartoe hij dient te behoren.
En dan niet een kring die hijzelf om zich gecoöpteerd (verzameld) heeft. Maar oudsten die op gezag van de Heilige Geest spreken en Hem voorleven, raad of geen raad.

(33) De tegenwerping dat God deze voorgangers bevestigd omdat hij hun werk zegent, snijdt om twee redenen geen hout:

  1. Wanneer Gods Geest alleen daar zou werken waar alles in overeenstemming is met Gods geboden zou Hij nergens werken. Gelukkig is de Heilige Geest niet kieskeurig en Gods genade groot.
  2. Wij kennen allen voorgangers voor wie Rom.2: 22 geldt. Toch deden ze tegelijk grote dingen in het Koninkrijk van God; zaken die vandaag nog blijvende waarde hebben. Is daarmee hun publieke zonde, bijv. overspel, gezegend of goedgepraat door de Heilige Geest? 

(34) Paulus handelde bij Marcus zoals sommige eenhoofdige, zich voorganger noemende, leiders vandaag de dag doen: doe je niet wat ik zeg dan kun je weggaan. Zeer zondig, dat Paulus later ook goed heeft gemaakt. 

Plaats een reactie

Inhoudsopgave