Net zomin als het begrip leiders, kent het Nieuwe Testament ook niet het begrip voorgangers.
Dit zelfstandig naamwoord wordt gebruikt voor wereldse stadhouders.1
De Bijbel noemt voor de gemeente maar één persoon voorganger, leider of Leidsman en dat is Jezus Christus.2
Welke begrippen hanteert het Nieuwe Testament wel? Dat is het werkwoord hegeomai dat te vertalen is met ‘vooropgaan’, ‘voorgaan in’.
We dienen dan ook Hebreeën 13:7 als volgt ter lezen: ‘Denk aan hen die u zijn voorgegaan, die het woord van God aan u hebben verkondigd, neem een voorbeeld aan hun geloof en kijk vooral goed hoe hun levenswandel eindigt.
En vers 17: Zijt hen die u voorgaan, gehoorzaam, en zijt onderdanig; want zij waken voor uw zielen3 op de manier zoals zij rekenschap zullen afleggen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig.
Is dat een bijzondere taak voor putatieve4 voorgangers of een taak van ons allemaal?
De Studiebijbel legt hierbij uit: “Het werkwoord hegeomai drukt niet een bepaalde leidende functie met een eigen taak uit.”
De vraag is wie dat dan wel zijn ‘zij die ons voorgaan’ en wat zij doen.
Te beginnen met het laatste:
– zij verkondigen het Woord van God,
– zij geven het goede voorbeeld in geloof en wandel.5
Voor de vraag wie zij zijn kun je het ook omdraaien: zij die het Woord van God prediken en het goede voorbeeld geven in wandel en geloof, zijn degenen die (ons) voorgaan.
Wat hier staat over hen die ons voorgaan heeft weinig verschil met wat we al hebben opgemerkt over oudsten en opzieners.
Ook hier gaat het over het spreken van het Woord, de prediking.
Ook hun wandel dient tot voorbeeld en navolging.
Gehoorzaam datgene wat zij in hun prediking zeggen en in hun wandel en geloof laten zien en voorleven.
Paulus roept zijn lezers op om hem na te volgen, is hij daarmee hun voorganger of is hij dan degene die hen voorgaat in het goede voorbeeld?
Hij beroept zich soms op zijn bevoegdheid waarvan hij dan zegt geen gebruik te maken. Is dat op basis van voorgangerschap of op basis van het gezag van zijn bediening als apostel?
Door zuivere prediking waken zij over de zielen van de overige gemeenteleden, want iemand die het voorbeeld geeft, voorgaat in goede werken, in geloof, in prediking, zal daar rekenschap van moeten afleggen, zoals de Here Jezus zei: wie één van deze kleinen, die geloven, tot zonde verleidt . . . .
Als iedereen zullen zij over hun taak en bediening rekenschap af hebben te leggen.
Als zij geen navolging zien van hun prediking, wandel en geloof, zullen zij zich ernstig zorgen maken over de zielen van de gemeenteleden.
Maar wat reeds gezegd is, daarvan zijn gemeenteleden die geen oudsten zijn, niet ontheven. Het is geen exclusieve opdracht aan oudsten om op die manier de gemeenteleden voor te gaan. Dat geldt ons allemaal.
Naar de volgende pagina die gaat over de verhouding tussen oudsten en gemeente.
Noten:
- Mat.10:18; 27; 28:14; Hand.23; 24; 26; 2Kor.11:32; 1Pet.2;14. Ander vertalingen vertalen met bestuurder, prefect, gouverneur en procurator. ↩︎
- Mat.2:6; 23:10; Hand.3:15; 5:31; Heb.2:10; 12:2 ↩︎
- Dit waken gebeurde heel letterlijk. Het was gebruikelijk dat zij dikwijls een deel van de nacht waakten en in gebed waren voor de gemeente. Het waken voor zielen is goed te begrijpen als we zien wat God tegen Ezechiël zegt, Ez.3:16-21 + 33:1-9. Ezechiël is als wachter door God aangesteld. Als hij niet de woorden van God sprak om het volk te waarschuwen zal de ondergang van de ander hem worden aangerekend. Zet hier de tekst van Gal.6:1-10 eens naast. Hier worden geen voorgangers of oudsten aangesproken. Durven wij vol te houden dat dit ‘gewone’ gemeenteleden niet aangerekend zal worden? Mooi is te lezen hoe wij elkaar mogen terechtbrengen: In een geest van zachtmoedig de last van de ander dragen. In plaats van te denken dat jij iets bent. En zo kunnen wij allemaal elkaar “voorgaan”. ↩︎
- personen die zichzelf als voorganger ziet, zonder dat dat algemene herkenning heeft. ↩︎
- Een voorbeeld van wie dat zijn, vinden we in 1Kor.16:15-18 Ik heb nog een verzoek aan u, broeders en zusters. U weet dat Stefanas en zijn huisgenoten als eersten in Achaje tot geloof gekomen zijn en dat ze zich in dienst van de heiligen hebben gesteld. Aanvaard hun gezag en dat van alle anderen die zich samen met hen zoveel moeite geven. Ik ben heel blij met de komst van Stefanas, Fortunatus en Achaïkus, want zij maken goed dat ik u moet missen. Ze hebben zowel u als mij nieuwe kracht gegeven. Houd zulke mensen in ere. Dit werken heeft dus niets te maken met de functie van voorganger, maar met de wijze waarop zij zich inspannen om het evangelie te brengen en uit te leggen.
1Tes.5:12-13 (SV) En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen (lett. vertroosten); En acht hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Ook hier zien we dat geen sprake is van een functie, maar van het werk dat zij doen en waarin zij voorop gaan. ↩︎